Audio stories

Dingen kunnen


Bronstig zingen powertools enkele huizen verderop hun productieve paringsliederen terwijl ik weer eens, met een koffie in de hand en pantoffels aan de voeten, over het pleintje voor mijn huis staar. Aan de andere kant van mijn straat zingen politie- en brandweersirenes hun repliek. Het is een kakafonie van menselijk kunnen en ze kunnen er wat van.
Lees meer

Pet


Ik leg een pet voor mij op het trottoir en ga gehurkt zitten. Dan kraak ik mijn knokkels en begin te schrijven. De mensen lopen door, naar hun werk, druk in de weer met prikplankjes voor hun neus. Sommigen praten tegen de prikplankjes, vertikaal op hun hand. Niemand beweert dat wat ik doe geen werken is, maar hun wegkijken spreekt boekdelen.
Lees meer

Dingen doen


Ik moet dingen doen, zeg ik tegen het spiegelbeeld. Dat krijgt spontaan grijze haren van alle dingen die ik moet doen. Ik slurp koffie en de spiegel slurpt mee. Buiten twijfelt het weer er ook op los.
Lees meer

Zin


Ook vanavond heb ik weer eens een schrijver te logeren, die bevriend is, een bevriende schrijver zogezegd of zogeschreven, zoals er de laatste maanden wel meer in mijn logeerbed verbleven hebben, waarbij mij altijd een beetje de twijfel bekruipt of ze hun schrijvende vriend komen bezoeken of de mooie en interessante stad waar hij woont waar toevallig iemand met een relatief goede inborst hen wel een gratis slaapplek verstrekt, maar dat zou te toevallig zijn aangezien de bevriende schrijvers van zeer verschillende karakters en stijlen zijn, zoals de ene schrijvende vriend die ik laatst op bezoek had die alles wat er gezegd en gedaan werd, in een zakboekje noteerde, en een andere vriend die heel vaak vind dat ik veel te veel woorden gebruik als ik iets wil zeggen, dat mijn zinnen vaak ook te lang worden, waar ik zelf niet zo veel van merk maar misschien verklaart het waarom ik relatief weinig lezers heb, en dat soort gesprekken en overpeinzingen leiden er dan weer toe dat ik uiteindelijk over schrijven ga schrijven, een fout die veel schrijvers maken en die ik zelf ook verfoei maar als je zoveel met schrijven bezig bent in je hoofd hou je weinig anders om over te schrijven dus dan schrijf je over schrijven en niet over niet-schrijven, dat schrijf ik je op een briefje, al probeer ik best nog wel eens in de gesprekken met bezoekende schrijvers het gesprek over een andere boeg te gooien, maar ook zij zijn de ganse dag met schrijven bezig natuurlijk, dus die boegen niet zelden doodleuk het gesprek weer terug, waarop ik hen meestal dan maar bier aanbiedt om hen te doen zwijgen, want al dat spreken over schrijven, daar wordt een mens ook niet gelukkiger van, meen ik toch, en dat spreek ik heel af en toe ook wel eens uit, mogelijk zelfs vanavond, tegen de schrijver die komt logeren, waar ik nog ooit eens briefwisselingen mee schreef over een keer dat ik bij zijn editie van De Sprekende Ezels zou gaan optreden als dichter, in zijn stad, en nu is hij in mijn stad, om hier bij De Sprekende Ezels te gaan optreden, en hij zal waarschijnlijk verwachten dat ik wel mee ga, maar eigenlijk zie ik hem nooit bij mijn optredens dus ik twijfel nog enorm, en om de twijfel weg te nemen kijk ik of andere vrienden van me misschien mee willen, vrienden die niet de ganse avond over schrijven gaan praten, maar met wat rondvragen blijken bijna al mijn vrienden schrijvers te zijn, wat wellicht ook verklaart waarom ik zoveel schrijvers te logeren krijg, en ik moet dus mijn vriend, de schrijver, teleurstellen zodra hij aan mijn poort staat en vraagt of ik mee ga.
Ik zeg dat ik geen zin heb.

Fostia


Ik kus mijn vriendin. Ze zegt “sst,” want ze zit helemaal in de film die we kijken. Ik kijk de film mee en zeg: “O, dit is die Duitse film, Fostia.” Boos kijkt ze me aan en zegt: “Nee, dit is die Amerikaanse film Fostia.” Ik twijfel even welke Fostia we aan het kijken zijn. Dan bedenk ik me dat we in bed liggen. Nooit, nooit kijken we films in bed. “Oh nee he,” tetter ik boven het geluid van één van de twee Fostia’s heen. “Wat is er ?” vraagt mijn vriendin. “We zitten in een droom,” mompel ik. “Echt ??” vraagt mijn vriendin. Ik knik en sta op. Met een haastig aangetrokken broek en T-shirt loop ik het huis uit.
Lees meer

El Cappo


Mijn vriendin kijkt geamuseerd naar haar prikplankje. “Ik weet nooit waar ze wonen,” begint ze.
Ik vraag wie er waar wonen.
“Ja nou, die mensen op Facebook,” vervolgt ze.
Die wonen allemaal bij elkaar in één reusachtig studentenhuis, vertel ik. Ze lacht wat schamper en vervolgt.
Lees meer

Pen


Ik heb een bevriende schrijver te logeren. Hij is meer dan een vriend, ik beschouw hem als een broer. Bijna. Hij mij iets minder, maar hij vindt het oke dat ik dat vind. Dat scheelt enorm.

Hij schrijft alles op wat er gebeurt. Ik moet geheim houden dat hij met een dagboek bezig is dat gepubliceerd gaat worden. Ik beloof niets. Niet voor niets type ik nu deze woorden. U weet er alvast van. Bofkont dat u bent.
Lees meer

Onscherp


Ik heb de laatste tijd een nieuw talent ontwikkeld. Een manier om serieuzer genomen te worden door de mensen. Ik ben eerst heel onscherp in beeld als je me ziet, en word langzaam scherper terwijl ik met een strak gezicht naar je toe draai. Op het scherpst kijk ik je pas rechtstreeks aan. Het werkt wel.
Lees meer

Praaivassie


De zaal zit vol. Voor pakweg de helft met jonge, intelligent geklede jongmensen. Pakweg de andere helft zijn mensen die uitstralen vroeger rebels geweest te zijn. Die helft kijkt ongeduldig op hun rolexen. En strijken eens door hun creatieve, ogenschijnlijk massaal bij dezelfde kapper verworven haardos. Ik heb gaten in mijn jas en luister wat muziek op mijn oortjes. In de momenten tussen liedjes hoor ik vaag Guns n’ Roses en Bon Jovi.
Lees meer