Listen to Beet byRené van Densen on hearthis.at
Ze kijkt me verbaasd aan als ik de keuken inloop. “Kon je niet meer slapen ?” Ik schudde nee: “Het werd zó slecht, lieverd.”
Zij, verbaasd: “Wat werd zo slecht ?”
“Hij werd dan dus eigenaar van die aasfabriek-”
Ze lacht: “Oh djiez, je hebt het over dat filmverhaal dat je aan het dromen was ?”
“Ja, dat ging nog even door, en het werd zo’n hollywoodcliché, vreselijk.”
“Oké vertel op.” Ze smeerde ondertussen boterhammen en schudde met de honingfles.
“Nou die ene kerel dus, zo’n echt Jason Bateman type-”
“Die uit Ozark, dat zei je ja.”
“Ja precies die. Dat is dus de eigenaar van een klein viswinkeltje. Typisch zo’n net drijvend blijvend zaakje, geen echte toekomst, en op een dag merkt hij verbaasd dat het aas dat enkele van zijn vaste klanten het fijnst vinden, niet binnengekomen is.”
“Ja, de doos was leeg, geen aas, hij vraagt zijn medewerker hoe en wat. Dit vertelde je net halfwakker toen ik opstond.”
“Die medewerker, echt zo’n laconiek Jeffrey Wright-figuur-”
“Wie is dat ?”
“Uit Broken Flowers.”
“Heb ik niet gezien.”
“Niet ?? Oh, die moeten we echt een keer samen kijken.”
“Maar vertel verder. Viswinkel, en dan ?”
“Ja, dus die vraagt zijn medewerker hoe dat allemaal kan. Die medewerker zegt ‘heb je het niet gehoord ? Die fabriek is failliet’ waarop onze Jason zoiets heeft van waaaat failliet hoe dan. Zegt die medewerker heel droog dat het aandeel stabiel was. Dus Jason verbaasd: maar is dat dan niet een goed ding, stabiel investeren ? En onze Jeffrey: ‘Niet in deze economie, iedereen wil actie in zijn investering, hoger rendement bla bla.’ Dus Jason even verbaasd, en dan ineens: ‘Kunnen we dat bedrijf kopen ?’ En zijn medewerker al even verbaasd: ‘Bij de huidige stand van de aandelen ? Waarschijnlijk kun je je net inkopen, ja.’-”
“En hij denkt natuurlijk: euj, dat gaan we doen, lekker mijn eigen bedrijf, visaas maken.”
“Ja, dat dus. Hij denkt vooral, superleuk, romantisch visaas maken met je handen of zo. Maar dat blijkt natuurlijk allemaal machinaal. Toch vindt hij het leuker dan de viswinkel en omdat hij feeling heeft met de klandizie, duikt hij er enthousiast in. Maar ondertussen is er ook een golddigger-”
Ze kreunt mopperend: “Sorry, ga door.”
“Geen golddigger ?”
“Nee, ik krijg de honing er niet uit. Die is gekristalliseerd.”
Ik probeer in de fles te knijpen maar het lukt inderdaad niet. “Laat mij maar even.”
“Maar vertel door, de golddigger ?”
“Ja die golddigger dus, zo’n Katherine Heigl karakter, met dure zonnebril en dure drankjes op zonovergoten terrasjes en zo-”
“Help me even.”
“Ja, dat probeer ik, maar ik krijg die honing er niet uit.”
“Nee, ik bedoel, Katherine wie ?”
“Heigl. Knocked Up.”
“Oh ja, die. Ga door.”
Ik pak een groot glas en zet de honingfles erin. “Die komt dan via alimentatie, nee, het was via een erfenis, de oude eigenaar van de fabriek is doodgegaan door de stress over het aandeel en zo, enfin, zij wordt mede-eigenaar van die visaasfabriek.”
“Oeeeeeeeeh…”
“Ja, je voelt hem al he ? En hij kan haar natuurlijk eerst helemaal niet uitstaan, en zij vindt die fabriek verschrikkelijk, maar ze moeten er allebei zijn, bladiebla. Oh en de titel was helemaal verschrikkelijk, ik noemde het ‘Bait’.”
“Beet ?”
“Ja, maar dan in het Engels. Dat het ook ‘aas’ heet. Super clever natuurlijk.”
“Wat ben je aan het doen ?”
“Nou, als ik dit warm water erover laat lopen, dan gaat die honing… kijk, daar zakt hij al.”
“Oh. Handig !”
“Maar goed, het hele verhaal klinkt kortom als iets wat we even luchtig zouden wegkijken zo van, nou, hebben we die ook weer gezien, next.”
“Ja oke maar zo slécht is het toch ook dan niet ?”
“Ja maar ik ga het echt niet opschrijven lieverd.”
Ze kust me. “Hoezo niet ?”
“Ik heb die roman al twee jaar stil liggen lieve schat. Die wordt ooit, ooit, echt serieus goed.”
“Waarom schrijf je die niet verder dan ?”
“Ja ik zit muurvast op het plot omdat alles niet meer klopt.”
“Dan schrijf je het toch gewoon kloppend ? Had je niet ook hulp van die ene schrijver ?”
“Dat klopt, maar die leest alleen maar na wat ik schrijf en geeft dan comments. En na twee jaar radiostilte kan ik nu alleen aankomen met een roman die af is.”
“Nou schrijven dan.”
Ik sputter: “Ik heb nog niet eens een eerste koffie op.”
Ze kust mijn voorhoofd: “En nú al een prima verkoopbaar cliché-hollywoodscript geschreven in je droom. Dus hop.”
Tien minuten later staar ik naar een laptopscherm. De knipperende cursor begroet me met een zacht giecheltje en vraagt waar ik al die tijd gebleven ben.