Gratis voorwoord (5)
Ik wil toch even kwijt dat het een grof onrecht is. Dat een voorwoord in een boek, over het algemeen, geschreven is nadat de rest van het boek al af was. Of toch de tekst. Vaak zelfs de eindredactie. En dan toch staat er zo’n achterafgeschreven woordenreeks voorin het boek. Alsof het daar begint. Alsof dat de eerste woorden waren die geschreven werden.
Nu hoor ik u al zeggen: Maar zelden is een boek volledig van voor tot achter in die volgorde geschreven. En dat klopt. Vrijwel nooit start een schrijver met een perfecte titel, dan een motto, dan de titel van het eerste hoofdstuk en vlammennnnn tot na de epiloog. En zelfs al ging een eerste kladversie zo, dan krijg je het schaven, herschrijven, herschikken. Dit personage kon beter eerder geïntroduceerd worden, deze kan er uit.
In zekere zin is ook dat niet helemaal eerlijk. Ja, je krijgt de hopelijk best verfijnde versie van het boek onder ogen, maar niet de werkelijk geschreven woorden. Of maar een deel, en met zoveel edits dat jij, de lezer notabene, een soort schijnprestatie voorgeschoteld krijgt. Er stond toch maar één naam op de kaft (noot voor de redactie: verander één naar twee of meer mocht dit nodig zijn), hoewel een volledig team er in feite aan meegeprutst heeft. En dan niet in een rappe pitt-stop (noot voor de redactie: spellcheck aub), maar een fucking (noot voor de redactie, is dit toegestaan ?) volledig elftal. En dat zie jij dus niet. Jij ziet bij wijze van spreken de mooie goals, dat wel. De samenvatting, in feite. Maar niet de wedstrijd. Niet de overtredingen, het zweet, bloed, tranen, gele en rode kaarten, vuurwerk op het veld, versprekingen van de verslaggever, de oerblinde scheids (noot voor de redactie, misschien overdrijf ik hier de metafoor wat, schrap maar wat nodig is).
Maar dit voorwoord is wél eerlijk. Want het was geschreven voordat de auteur zelfs maar aan zijn boek was begonnen. Oke, de titel staat hier wél nog voor, dat is onvermijdelijk. Maar al deze woorden waren er vooraf al, zijn historisch eerder geschreven. Hier begon dit boek in feite al. Met mijn woorden, niet die van de auteur. Die mag in de komende pagina’s uitgebreid zijn zegje doen. Heel de rest van dit boek zelfs. Maar eerst even ik. Met woord voor woord hoe dit geschreven is, in die volgorde. Zonder sjoemelen.
Dat is in feite een raar idee, als je erbij stil staat. Wel het resultaat, niet het proces. Je ziet eigenlijk maar een fractie van dit boek. Want dit waren verschillende versies. Schreeuwende discussies over glazen wijn, snippers en proppen in de prullenmand, gefrustreerd op een platdak gesmeten schoenen. (Noot voor de redactie, ik word hier een beetje te prozaïsch, maak er maar wat van, zie maar, ik ben niet enorm aan deze exacte woorden gehecht. Misschien kun je er iets van maken dat beter bij de inhoud van het boek past. Alsof ik van tevoren wist wat erin kwam, zeg maar. Vinden de lezers leuk, zeker als dat op deze manier toeval lijkt). Het is alsof je alleen de kers eet, en niet de hele sorbet. (Noot voor de redactie, dit stuk kan denk ik beter eerder in de tekst, misschien na alinea twee).
Jij, lezer, verdient een eerlijke start van het verhaal. En eerlijker dan deze woorden wordt het niet. Toch niet in dit boek. Maar je krijgt tenminste een eerlijke voorsprong. Dat kunnen de andere boeken in jouw kast niet zeggen. Dit boek wel. Maar hier houdt het ook vrees ik meteen weer op. Zodra je de pagina omslaat, ben je in niemandsland wat dat betreft. Ik heb géén idee hoe vaak het woord, dat volgt, al herschreven is. Srory. Sorrry. Ssorry. Soryr. GVD GVD GVD Sorrr. Sorry.