IKEA – Tripod
Ik zou heel graag, als het mag
eens een keer aan de slag
bij de man die televisies maakt
voor Ikea
Dat spul dat niemand verkoopt
Ze zijn ook vast erg duur
het lijkt zo echt en zo puur
maar het is nep, en het staat daar
op de plank bij Ikea
Voor als de klant er langs loopt
En afvraagt hoe het spul er
thuis uit zou zien:
het staat al klaar, hoe het hoort.
Ik leer dan ook over plastic, weet je wel,
de industrie techniek
En als ik wil ga ik verder en maak ik
van kunststof fruit of friet,
een plastic plant
maar mijn hart ligt bij TV’s
Ik maak ze groot
maak ze snel
er staat veel op het spel
Ik red de wereld met plastic spullen voor de Ikea
En nee ze zijn niet te koop
Je voelt je goed
gerust gesteld
zonder troep of geweld
De kunststof droom, dat is uiteindelijk het idee, ja
plastic wereld Ikea
Je hebt nooit elektrische problemen met een plastic CD speler
en ook je rug is blij dat die koelkast lichter blijkt
Er wordt nooit iemand afgeslacht op het blanco TV-scherm
Plastic printers zijn papierloos, elke boom mag blijven staan
Ik zou heel graag, als het mag
eens een keer aan de slag
bij de man die televisies maakt
voor Ikea
Vincent (Starry Starry Night) – Don McLean
Sterren, stille nacht
Meng je palet grijs en blauw
Ogen nat van zomerdauw
Ze kennen het duister in mijn hart
Heuvels schaduwtint
Schets wat boom en bloem verbindt
Vang de bries, de winterwind
in kleur op sneewwit linnen land
Was er dan niemand
Die begreep wat je ons zei
En hoe verpletterend de mensenbrij
Stokdoof, verblind en zo onvrij
Niet willen luisteren, men wist niet hoe
Wellicht hoort men nu toe
Sterren, stille nacht
Bloemenbladbad dat ons fel verblindt
Wolkenkolken in een paarse tint
Het schittert in Vincent’s ogen Delfts blauw
Kleur schakeert weer gauw
Ochtendvelden vol met glimrood graan
En gezichten die vol lijnen staan
Zacht gestreeld door de schilder’s tedere kwast
Nu versta ik pas
Wat je daarmee zei naar mij
En hoe verpletterend de mensenbrij
Stokdoof voor wat je aan hen zei
Men kon niet luisteren als individu
Wellicht horen ze je nu
Ze sloten jou niet in hun hart
Verstootten je, verstomd, verward
En zonder hoop in je verbeeldingskracht
Onder sterren, stille nacht
Verliet je ons, zoals verliefden doen
Maar het is helaas zo, Vincent
Deze wereld is geen plek voor
al je pracht, ze is keihard.
Sterren, stille nacht
Stillevens in een verstomde zaal
Geverfde lippen spreken oude taal
En ogen staren alles aan en weten goed
Vreemden die je hebt ontmoet
Verweerd, verdoemd en ruw gekapt
Hun bloemen sterven, grof vertrapt
Verwelken op de maagdelijke sneeuw
En zelfs na een eeuw
Hoort er niemand wat je zei
Hoe verpletterend die mensenbrij
Stokdoof, verblind en zo onvrij
Men wil niet luisteren, men zwijgt je stil
Misschien is het onwil.
Hotel California – Eagles
PIUSPLEIN MCDONALD’S
Via een donker steegje
Gure wind in mijn haar
Geur van kots en frietjes
bedwelmend goor en zwaar
Verderop op het pleintje
scheen een valig licht
Ik had honger en ik zag haast scheel
Was mijn maag wat verplicht
Daar stond zij in de schuifdeur
De frituurpiep luid en fel
En ik dacht bij mezelf,
Dit is de hemel of dit is de hel
Ik sloot aan in het rijtje
ik zei wat ik wil
Stemmen mompelden achter mij
ze zeiden heel stil
Welkom bij de Piusplein McDonald’s
Het is echt prima hier
Na een avond bier
Ruimte genoeg bij de Piusplein McDonald’s
Het hele jaar wel rond
eet men hier ongezond
Ze noemt zich Tiffany Twisted,
en rijdt een Vespa in pink
Ze is omringd door knappe mannen van brons
Bekijken iedereen link
En al die wijven die dansen
ze stinken naar zweet
of ze morgen nog weten
hoe die jongen toch heet
Dus ik vraag de caissière
hebben jullie ook bier
Ze lacht en zegt, nee helaas niet
dat schenken wij niet hier
En al die boeren en stemmen
uit elke hoek
Zat ik verdomme maar thuis
met om het even welk boek
Welkom bij de Piusplein McDonald’s
Best een mooie tent
We zijn eraan gewend
Ruimte genoeg bij de Piusplein McDonald’s
O, wat zijn we blij
wilt u saus erbij ?
Spiegels op het plafond
Happy Meal met ijs, en zei zij
Wij zijn enkel gevangenen hier
van onbederfelijke spijs
In de toiletten daar boven
komen de kotsers bijeen
Ze houden krampachtig de avond vast
maar die vliegt al snel weer heen
Het laatst dat ik me herinner:
rennen naar de deur
Ik wilde nu zo snel mogelijk weg
van de stank, de walm, de geur
Kalm aan, zei de bewaker
Jij hebt echt vette pech
Je mag bij de Mac altijd binnen
maar nooit meer, meer weg