Prozacstad

Overbierman

Het meisje achter de toog kijkt mij geschrokken aan als ik nog een bestelling wenk.
“Amai, nog een koffie ? Dat is echt niet gezond hoor,” meent ze doodserieus, zwaarbezorgd, terwijl ze mijn tafelgenoot zonder enige schroom zijn zevende pint voorschotelt. Het is tien over half negen, het café is veertig minuten open. Mijn overbierman grinnikt stilletjes, ook hij ziet de ironie in. Ik luchtproost mijn koffie, hij luchtproost zijn bier.
Lees meer

Rommelmarkt

‘s Nachts hadden ze er plots wakker van gelegen. Want stel je voor. Het was niet het ‘markt’ dat een probleem was. Integendeel. Dat was wat het zo’n goed idee leek. Het huis moest toch dringend opgeruimd worden, en als je dan nog wat terug kunt verdienen op de dingen die je anders zou wegsmijten, des te beter. En je doet er ook nog een ander een plezier mee. Dus toen aangekondigd werd dat er een grote rommelmarkt in de straat kwam, hadden ze zich meteen ingeschreven. Maar nu dus wakker. Om het ‘rommel’-gedeelte.

Want straks, vanaf 8:00, zit je daar, voor je huis. Je woning. Met je hele hadden en niet meer houwen uitgestald. Je hebt zo je best gedaan. Op een prachtige gerenoveerde gevel. Een perfect bijpassende deur, in een fris verflaagje. Je loopt er altijd, misschien niet mega modieus, maar toch netjes bij. Haartjes keurig geknipt. De hele buurt weet, hier woont een keurig mens. Maar zometeen ziet de hele straat je shit. Je troep, je schaamte, je rommel. Wat zouden ze wel niet denken ? Het léken zulke keurige mensen…. Nee, dat gaat echt niet. Resoluut staan ze op en trekken de rommel de gang uit, terug de living in.
Lees meer

POJNG

Alles wil ik weg. Alles. Ook trampolien. Jij trampolien ?
Waffor trampolien ?
Gewoon, trampolien. Trampolien trampolien.
Groot trampolien ?
Grote trampolien.
Hoe groot, groot ?
Gróóót trampolien.
Jama hoe groot trampolien.
Gróót, gróót trampolien.
Niet té groot trampolien ?
Gewoon, gróót trampolien.
Wel gewoon trampolien ?
Ja, gewoon, groot trampolien.
Hm.
Zo van pojng pojng trampolien.
Jaja ik weet, trampolien, trampolien.
Ja jij willen trampolien of niet, nu zeggen.
Hm.
Ies gratis, he, graties gróót trampolien.
Jij komen brengen ?
Zot, ik wil weg hebben, jij halen, kom, gratis trampolien, wij gaan nu, kom.
Hm.
Alé kom, gratis pojng pojng. Is groot. Is echt trampolien. Jij zien.
Pasta in mijn living ?
In je living, in je voortuin, op je slaapkamer, pojng pojng pojng trampolien, kom.
Pojng pojng ?
Groot pojng pojng.
Hm.

Prozacstad 2

Oh ja. Sorry. Dat was ik vergeten te vertellen. Ik bracht dit jaar niet enkel een nieuwe dichtbundel uit, maar maakte ook eindelijk na ruim tien jaar eens werk van dat vervolg op Prozacstad. En omdat ik een lui mens ben, heet dat dus ook Prozacstad. Veel van de verhalen bevatten weer dezelfde karakters uit dat rare misschien niet super fictieve stadje, maar er zijn nu wel veel meer verhalen. Twee keer zoveel zelfs. En het boek is daardoor zelfs nog véél dikker want ook de vormgeving ademt ietsje meer. Dat maakt het mijn, op mijn debuut na, dikste boek. En dat belooft wat voor het uiteindelijke derde deel, wordt dat dan drie keer zo dik als deel één ? Of twee keer zo dik als het tweede deel ? We gaan het zien, we gaan het zien. Over twintig jaar of zo zeker ? Voor nu heeft u de kans om een exemplaar van Prozacstad 2: Het Houdt Niet Op, te bemachtigen. Er zijn er maar honderd. Of liever…….. er wáren er honderd, want het boek is al verschenen en er zijn al exemplaren verkocht en zo. Zonder dat u, trouwe lezer van mijn website, dat wist. Het is een schande, ik weet het. Eigenlijk kunt u beter helemaal niets meer van mij kopen, om dit soort wangedrag naar de fans toe niet aan te sporen. Maar als u het toch niet koopt, waarom vertel ik het u hier dan. Dan kan ik het net zo goed gewoon verkopen zonder te vermelden op mijn website. En dan moet u dat vooral niet kopen want dat gedrag mag niet aangemoedigd worden. Maar dan moet ik het hier ook niet plaatsen. Oei, cirkeltjes, ik word duizelig.

Terug

Ik zie de stad wegtrekken. De betonnen torens, als grauwe klauwen in een grijze lucht, weerspiegelen op de rails. Ik ga terug. Ik was er, en nu ben ik er niet meer. Dag, mensen die ik ooit kende, het was tof jullie weer te zien. Als een geïnformeerde tourist die zijn vakantiehuisje weer verruilt voor waar thuis is. We hebben bijgepraat en moeten zeker eens afspreken binnenkort.

De meute was zo vriendelijk om me naar het station te brengen. Ik moest beloven nooit meer over Prozacstad te schrijven. Ik beloofde dit, want beloftes onder bedreiging tellen niet. Zo kwam ik met slechts enkele kleerscheuren de stad weer uit.
Lees meer

Warm

Het is zo warm dat de woorden smelten. Dus zit een groep schrijvers samen in een achtertuin. Normaal staan ze graag in de aandacht, maar vandaag gaat het om de schaduw. Met argusogen zien ze de schaduw krimpen en weten dat ze er vroeg of laat om zullen moeten vechten. Maar nu is er nog net plek genoeg.

De schrijvers eten stilletjes friet. Ik ben een van de schrijvers. We schrijven in onze boeken over elkaar. Behalve één van ons, maar zijn boek is dan ook nog niet gepubliceerd. Dat krijg je ervan. Hij krijgt de meeste frieten op zijn bord want schrijvers zijn solidaire mensen.
Lees meer

Devotion

Vanavond ben ik bij de nieuwe locatie van Club P., wat nu wéér een andere naam heeft maar nog steeds gewoon bier zuipen en film kijken bij de Opperpater thuis is. Ik heb het adres eindelijk gevonden. Eerste keer dat dat lukte.

De Opperpater heeft een nieuwe verloofde, zegt hij. Hij laat een foto zien van een jonge dame met mooie make-up. Ze is één van zijn drie nieuwe verloofden zegt de Opperpater. Toevallig zijn het allemaal strippers in de lokale paaldansclub. Wat een toeval, zeg ik. Ik vraag of ze elkaar kennen. Dat weet de Opperpater niet.
Lees meer

Plaksnor

Nu de mensen boos zijn op iemand die elke dag internetfilmpjes plaatst en iets doms heeft gezegd, zie ik mijn kans om aan hen te ontsnappen. Het kan ze niet veel schelen, ze schreeuwen moord en brand om de internetfilmpjespersoon. Vooral degenen die nooit internetfilmpjes kijken. De Opperpater maakt zich stil uit de voeten, zegt dat hij me straks wel op het terras ziet. “Dorst, knikker.”

Ondanks alles wil ik niet het risico lopen herkend te worden. Ik vermom mezelf met een snor uit een budgetwinkel. In Prozacstad wemelt het van de budgetwinkels. Er zijn ook heel veel babyoutlets. Ik merk aan de hoeveelheden mensen met baby’s op straat dat die blijkbaar in de aanbieding zijn. Kan nooit veel kosten, zo’n kind. Ik plak de snor op mijn snor en ben vermomd.
Lees meer

Meute

Ik kijk uit het treinraam. Over een aantal minuten arriveer ik in Prozacstad. Ik woon er al enige tijd niet meer, maar reis nu toch terug. Ik ben in een andere stad gaan wonen, in een ander land. Wel ging ik gewoon door met verhaaltjes schrijven over Prozacstad. Tien jaar geleden publiceerde ik zelfs een boekje met die kortverhalen. Iedereen stond erin. Ook de Opperpater, maar die was als enige niet boos. De Opperpater is bijna nooit boos. De Opperpater vindt het prima wat ik over hem schrijf en gaat stabiel en soepel door met zijn leven.

De mensen in de coupé staren als verlamde koeien uit het raam. Het is niet onprettig dat ze hun monden open hebben. Vandaag is een toevallig warme dag en in de coupé tocht het nu flink. De geur neem je er dan maar bij. Een krakende luidspreker kondigt onze aankomst aan. Pr. Z. St. We zijn er dus. Ik pak mijn zakken en roltrap het station uit.
Lees meer

Vervolg op Prozacstad verschenen


In 2014 bracht ik zo goed als tegelijkertijd een dichtbundel en een zkv-bundel uit, en tien jaar later dacht ik blijkbaar: ach, dat kan best nog een keer. Dus werd het tijd om ein-de-lijk eens een vervolg op Prozacstad uit te brengen: Prozacstad Harder. Nee, natuurlijk niet, het boek heet: Prozacstad: Het houdt niet op. Een dubbeldikke terugkeer naar het grauwe heus-niet-ergens-op-gebaseerde stadje waar kleurrijke bewoners als de Opperpater, de Striptekenaar, de Terrasbioloog en vele anderen de pagina’s bevolken. En na tien jaar mag het dus ook echt dubbeldik zijn: twee keer zoveel verhalen, en in totaal 160 pagina’s, jawadde. Het is niet mijn allerdikste boek, maar vergeleken met het eerste deel is het een monsterbundel. Het belooft wat voor het derde en laatste deel, dat waarschijnlijk wel een keer over honderd jaar uitkomt zeker ?