Audio stories

Systeem


Ik hoor het mezelf nog zeggen, alsof het een verdienste is: ik ben eigenlijk nooit ziek. Fier, tijdens mijn sollicitatiegesprek. Een Unique Selling Point. Nu zit ik hier, met mijn USP. Het is stil op straat, stil op kantoor. De TL-verlichting zoemt.

De eerste die wegbleven, waren de collacha’s. Uit solidariteit met de anderen. Nu geen tijd voor feestjes. Teambuilding en mensen bijeen brengen, dat vindt nu geen pas. En aangezien dat toch een groot deel van hun werkdag in beslag nam, konden ze het niet-organiseren ook prima vanuit huis doen. Ze sturen nu grappige memes via de mail door. Om de sfeer er bij iedereen in te houden. Ik tel pakweg zeventienhonderd mailtjes met grappen over toiletpapier.
Lees meer

Shutdown


Mijn lief kan het niet bevatten, maar ik zie elk moment. Een man betoogt tegen mij dat het overtrokken maatregelen zijn omdat hij toch elke dag in het ziekenhuis rondloopt. En de chinezen liegen. Ik werp wat nuances tegen maar na zijn gesputter zeg ik maar dat hij gelijk heeft.

We zijn in een café op de vooravond voor er geen cafés meer zijn. Ik sta op en rinkel de bel. Ik ken de eigenaar, hij werpt eerst tegen dat de helft voor hem is, ik wuif hem weg, we moeten nu de lastig getroffen ondernemers steunen. De mensen die de wijk leven geven, die samenkomst in een samenleving bevorderen. Het zijn maar centen en mensen drinken erdoor wat meer. Het verbaast me om te horen dat niemand anders dit vandaag heeft gedaan. Het café gaat drie weken dicht, wat is er mis met de mensen. Waarom steunen we niet de gangmakers ? Ik geef mijn lief wat extra geld om los te gaan en zij rinkelt voor het eerst in haar leven een bel. Ze geniet en iedereen in het café spreekt haar aan.
Lees meer

Gratis voorwoord (4)


Aan het boek dat u zodirect gaat lezen is een heel verhaal vooráf aan gegaan. Nu heeft u het in uw handen, ja. Dat is het heden. Maar bedenk toch eens wat een traject het heeft afgelegd voor dat zo ver was. Het is geen sinecure.

Iemand is met dit boek van een bepaalde plek naar uw huidige locatie gereisd. Misschien was u het zelf en bent u een van die mensen die nog boeken zelf kopen en mee naar huis nemen. Een tikje ouderwets, maar het kan. Heeft u ook cash betaald ? Ik dacht het wel. Nee, natuurlijk heb ik daar geen mening over, er is hier en daar zeer esthetisch cash geld in de wereld en ik hoop dat het nog lang in circulatie blijft.
Lees meer

Gratis voorwoord (3)


Soms zit het hem in die eerste zin, helemaal aan het begin van de tekst, die openingszin die je direct bij de strot grijpt en niet meer loslaat, met stramme handen als een gerevaloriseerd lijk in een griezelprent, en niet enkel je strot maar ook je oogbollen, het klauwt je muurvast aan elk woord, elke lettergreep, je kunt zelfs niet verder lezen, zo krachtig is die zin, je durft zelfs niet verder te lezen want wat als de tweede zin puur stront is, na zo’n goede eerste zin, dat zou een gigantische tegenvaller zijn en je teleurstellen in de schrijver, hoewel, misschien is het de schrijver zijn – of haar, om niet seksistisch te doen, of is dat onderscheid juist seksistisch en moeten we het beroep van schrijver als onzijdig zien en spreken van het schrijver of hoe zit het allemaal tegenwoordig enfin we dwalen af – schuld niet eens, maar van de redacteur, die de opvolgzin misschien wel vermangeld heeft, want ervaring is ook niet alles, soms moet je zo’n schrijver gewoon zijn haar het zin laten doen, het gang laten gaan, vertrouwen dat alles goed komt, er worden immers al zo veel domme dingen in de wereld gezegd om nog niet te spreken van de slechte muziek die er gemaakt wordt maar enfin we dwalen af, dat zelfs één goede openingszin eigenlijk al heel wat is, knap hoor, en hoe oud is het schrijver eigenlijk, zo jong nog en dan al zo’n impressionante zin schrijven, daar gaan we nog veel van horen of nja lezen natuurlijk, dat ligt tenminste wel in de lijn der verwachting, al is dat ook meteen oneerlijk naar zo’n schrijver toe, die heeft immers al met die ene zin meer gepresteerd dan menig ander mens in heel zijn of haar of het leven zal doen, schrijf verdomme maar eens zo’n zin, toe maar, ik wacht wel, nee lukt niet he, dat valt tegen, je denkt veel te snel dat kan mijn neefje ook, maar doe het maar eens, een zin die zo prachtig is in al zijn eenvoud, in zijn bondigheid, die gewoon geen woord meer nodig had dan hij gebruikte, waar je geen naklank vanaf kunt poetsen, zo’n zin die gewoon áf is, die je in enkele rake woorden direct het boek in zuigt, kolkt bijna, je wil nog even naar de realiteit klauwen maar het is te laat, bij de eerste woorden wist je eigenlijk al, ik ben verloren, we moeten door dit ganse boek heen, door enkel die ene zin waarmee het start zit je vast, gevangen, is je lot besloten, dat is pas de kracht van zo’n zin, en dat is weinig zinnen gegeven, maar heel af en toe, heel soms, heb je zo’n zin uit duizenden dus, waarvan je eigenlijk niet wil dat hij eindigt, elke lettergreep op je tong proevend, als een geliefde in een verdwaalde zomernacht die zoet uit de hand loopt en waar je van weet dat bij het ontwaken deze spoorloos verdwenen zal zijn, zo’n zin waar je gewoon geen punt achter wil zien staan, ja heus, zo heel af en toe zit het hem in die eerste zin. Soms ook niet.

Gratis voorwoord (2)


Het eerste wat ik deed, was het trots op café gaan vertellen. Aan iedereen die het maar wou horen. Nee, dat is niet helemaal waar. Eerste dat ik deed was mijn broek ophijsen. Want de uitgever had me gebeld toen ik net van de wc kwam. Ja, ik vind wel dat we eerlijk tegen elkaar moeten blijven. Zo ging het. Maar daarná, linea recta naar het café om het nieuws te delen.

Ongeloof he, dat allereerst. Een heleboel jaja, het zal wel. Drink je pint en zwijg, stoefer. Natuurlijk hebben ze jou daarvoor gebeld. Wie anders. Wacht, meen je dat nu ? Tja en wat kon ik laten zien aan hen. Een nummer. Dat me gebeld had. Een cijferreeks. Zegt zo lekker veel. Ik twijfelde nog even. Zal ik het nummer quasi nonchalant terugbellen en het gesprek op speaker zetten ? Maar het was erg rumoerig op café. Voetbal. Belangrijke match. Dat komt niet echt professioneel over.

Eigenlijk komt het sowieso niet professioneel over dat ik eerst mijn broek moest ophijsen en daarna me laveloos gezopen heb in een café. Als allereerste reactie op dat telefoontje. Nu ik die eerste alinea’s lees schaam ik me direct. Wat doe je, René. Dat schrijf je toch niet. Denk je dat de grote voorwoordschrijvers van weleer zoiets er zomaar uitflapten ? Je rammelt er weer zonder filter maar uit hoe het gegaan is, zonder erover na te denken.
Lees meer

Gratis voorwoord (1)


Zo af en toe kan ik dat niet laten, door een boekwinkel dwalen en de kaften strelen. Ik stel me daarbij voor dat een camera mij volgt. Met messcherpe focus op mijn vingers, de miniemste huidlijntjes en oneffenheden cinematisch in beeld, de winkel onscherp in een pastelkleurige achtergrond. Al die veelkleurige kaften versmolten met elkaar in bonte vlekken.

Alleen dát beeld al. Eindelijk al dat kleurgeweld verzacht, onschadelijk gemaakt. Wie ooit een burn-out heeft gehad, weet hoe luid de visuele schreeuwen kunnen zijn. Als je geen filter meer hebt. En alles rechtstreeks op je netvlies, in je kop belandt. Vormgevers mogen zich daar best wat meer bewust van zijn. Boekverkopers trouwens ook. Wat is er mis met de boeken op kleur ordenen ? Het boek dat we zoeken, vinden, lukt toch zelden of nooit. Bijna altijd moet je alsnog even schuchter een medewerker benaderen met je storende en ongetwijfeld domme vraag.
Lees meer

Carnaval kraken is: zowel gang als paard benoemen


Jamaar hey, nog eventjes iets over dat paard dus he. Dat edele dier dat in die plompverloren gang stond. Dat blijkt ineens een jambische hexameter te zijn. En dat gang vol paard is een jambische heptameter. Ik snap er geen fuk van maar de Twitters zeiden zoiets. Google zegt dat jambisch vooral iets met kort en lang is. Gefundenes Fressen voor de lettergreepfetisjist.

Voor Plato stond het kwaadaardig paard symbool voor de lust. Daar lust echter menig paard haver noch gortigheid van. Gentse veulens draafden wel op een gang vol wit paard af. Ze gingen daar méér dan enkel een wit voetje halen. Maar de flikken kenden hen allang van haver tot gort. Ze hadden zich beter dartel aan carnaval gewaagd. Je weet wel, dat gewoel, dat je beleeft op je gevoel.
Lees meer

Bruggetjes


“Op de scooter.”
“Ja, met de scooter.”
“Heel dat eind op de scooter.”
“Ja, tot in Rotterdam, vier uur doorrijden.”
“Je bent gek.”
“Ja dat was koud, ik zweer het je. Tegen de wind over de Willemsbrug. Ik stond koffie te drinken in een tankstation, te rillen van de kou, echt niet gezond, maar ik ben wel keiblij dat ik het gedaan heb.”
“Je bent echt gek zo laat ‘s avonds.”
“Ja maar het is mijn broer, weet je.”
“En hoe was dat gekomen dan ?”
“Ja gewoon, daar lag een plaat. En hij aan het lopen met zo’n pan met vet waar hij de hele dag frietjes in had gebakken.”
“Ja dat interesseert me dus helemaal niet. Maar hoezo de Willemsbrug dan ?”
“Ja daar moet ik toch over naar Rotterdam gek.”
“Niet.”
“Jawel dude.”
“Echt niet. Je moet over de Erasmusbrug.”
“Nee man ik zweer je, over de Willemsbrug.”
“Hier. Zo ziet de Erasmusbrug eruit. Het is deze.”
“Ja hallo wie reed er hier nou met de scooter ?”
“Maar goed. Hij liep dus met een pan.” Lees meer

Dag vrienden, dag vreugde


Moet dit tegengeluid nu echt in deze tijd van narigheid ? Ja, het moet. Vrienden, vriendinnen, familieleden, ik moet aan jullie een ode brengen. Omdat het Europees Volkslied het zo zingt en omdat ik voel dat het moet. Verdomme, wat een kuttijden leven we toch.

Dus laat ons die ontvluchten. Ik hou van jullie. Jullie verbinden tot een fijne vleugel waaronder we samen kunnen verschuilen tegen de scherpe werkelijkheid. Met een glas geheven, met een knuffel, met een knipoog. Het kan zeker allemaal dwazer worden en laat dat zeker gebeuren. Niet de kant op van de harteloosheid, maar van de vriendschap. We zijn allemaal verbonden, en het meerstemmig koor van Beethoven schreeuwt dat door de laptopspeakers terwijl ik dit type. De toetsen slaan ritmisch met de pauken mee. Bam bam woord woord bam bam woord woord bam bam woord woord-woord. Bam, woord-woord.
Lees meer

Spinnetje


Ik staar wat voor me uit. Tussen twee werktaken op een drukke dag waarop alles superbelangrijk is en dus eigenlijk niets. Ik zit vol weethetniet deze dagen. Ik heb al heel lang weethetniet. Soms denk ik dat ik al heel mijn leven weethetniet heb, maar er moeten dagen zijn dat ik geen weethetniet had.
Er schimt iets. Ik denk even dat het symbolisch is, maar zo’n verhaal ben ik nu niet aan het schrijven. Dus zet ik mijn bril af en kijk naar de glazen. Op het glas zit een babyspinnetje. Ik was net buiten gaan roken. Terwijl ik daar stond te weethetnieten zal de babyspin aan een draadje tegen me aan gezweefd zijn. Het spinnetje stapt parmantig rond. Mijn bril is nu zijn bril. Maar zo gaat dat zomaar niet, spinnetje, brom ik zachtjes. Ik blaas de spin van mijn bril en probeer me terug op mijn superbelangrijke werk te richten.
Even later schimt er weer iets. De spin klautert terug aan zijn veiligheidsdraad naar mijn brilleglas. Het is zijn glas, immers. Ik voel bewondering voor zijn volhardende strijd. Iets zachter blaas ik opnieuw. De spin zakt wat omlaag maar klimt meteen weer omhoog. Mijn brilleglas is zijn nieuwe thuis. Lees meer