Listen to Dag vrienden, dag vreugde byRené van Densen on hearthis.at
Moet dit tegengeluid nu echt in deze tijd van narigheid ? Ja, het moet. Vrienden, vriendinnen, familieleden, ik moet aan jullie een ode brengen. Omdat het Europees Volkslied het zo zingt en omdat ik voel dat het moet. Verdomme, wat een kuttijden leven we toch.
Dus laat ons die ontvluchten. Ik hou van jullie. Jullie verbinden tot een fijne vleugel waaronder we samen kunnen verschuilen tegen de scherpe werkelijkheid. Met een glas geheven, met een knuffel, met een knipoog. Het kan zeker allemaal dwazer worden en laat dat zeker gebeuren. Niet de kant op van de harteloosheid, maar van de vriendschap. We zijn allemaal verbonden, en het meerstemmig koor van Beethoven schreeuwt dat door de laptopspeakers terwijl ik dit type. De toetsen slaan ritmisch met de pauken mee. Bam bam woord woord bam bam woord woord bam bam woord woord-woord. Bam, woord-woord.
Mijn kat kruipt onzeker op schoot, iets wat ze pas sinds afgelopen Kerst doet. Dan loopt ze er spinnend weer af en masseert de zetel, bijna paniekerig spinnend. Ga-niet-weg. Dat wil het zeggen als katten spinnen. Of het uit genot of doodsangst is. De speakers roepen FREUDE. Nog eens, FREUDE. Het klinkt als FREUNDE en ik denk terug aan iedereen die er voor mij was, niet alleen afgelopen jaar in mijn toenmalig dieptepunt maar in de eerdere dalen. Iedereen die me hielp, maar ook iedereen die ik zelf op wat voor manier dan ook kon helpen. FREUNDE. FREUDE. Ik hef een blik koelkastbier.
ACH VRIENDEN, NIET ZO. NIET DEZE TONEN. NIET DIT. EVEN GENIETEN. KOM OP. De violisten haasten zich, zoefzoef zoefzoef zoef zoef zoef zoef ZOEF. Een traan bolt in mijn ooghoek. Zeg van dit stom continent met millennia geschiedenis maar slechts decennia eenheid wat je wil, maar we proberen iets. Iets moois, iets waarbij iedereen aan tafel mag. Iedereen die identiteit probeert te behouden. Iedereen die zichzelf niet op orde heeft. Zelfs die ene trut die eigenlijk niet aan tafel wil. Iedereen mag aan tafel en meedrinken. Alle Menschen werden Brüder. Ik heb dit aan mijn nieuwe lief uit een ander continent proberen uit te leggen. Dat er een pas enkele decennia oud ideaal, dat echter al eeuwen gerealiseerd probeerde te worden, nu eindelijk iets wordt. Dat ik dat prachtig vindt. Dat ik bij het volkslied, gebaseerd op Beethovens’s muziek en deels Friedrich Schiller’s tekst (google daar de historie maar eens van) altijd mijn armen zwaai en ooghoeken dikke tranen laat vloeien. Als Harrison Bergeron in een belegerde bunker.
Want ik koester mijn vrienden. Iedereen die geluk had een vriend van een vriend te worden. Waar ze ook zijn op dit moment en wat ze ook belangrijk vinden. Wat hen ook aan mij bindt of juist vrij van mij houdt. Ik ben hun broeder. Net als die van mijn eigen broeder, waar ik bijna geen gesprek van meer dan drie uur mee kan voeren omdat we bijna geen gedeelde interesse hebben. Maar we zijn wel broers. We heffen het glas, we begrijpen elkaar, we horen bijeen. En we willen verbinding met de wereld. Alle mensen worden broeders. Of nu hun land brandt, of het door een idioot gebombadeerd wordt, of het gegijzeld wordt door een oudere garde die het roer wil omgooien. Onder de vleugel van Vreugde komen we bijeen. Ik zwaai nog meer met mijn armen, mijn kat kijkt spinnend toe. Ze kent mij onderhand bij deze muziek.
De muziek kalmeert. Nee, ze kalmeert niet. Ze siddert. Beethoven wist wat hij deed. De sequel stond open, we konden moeiteloos terug naar het oorverdovend refrein, zelfs vanaf het eind. Want alle mensen worden vrienden. Alle mensen houden van de vreugde. Geef het anders nog wat tijd. We komen er nog op terug.