Bijna maandag
Misschien is al die vrije tijd
Niet onverdeeld een zegen
De hele week is alweer kwijt
Aan luisteren naar de regen
Misschien is al die vrije tijd
Niet onverdeeld een zegen
De hele week is alweer kwijt
Aan luisteren naar de regen
Verlof was echt het einde
Maar het eind komt er al aan
Het begint met herbeginnen
Oneindig vroeg op te staan
Vechten tegen
loden leden
Twijfelen aan
loze zeden
Zijn we toen of
toch het heden
Is het af, is het af
is het af
Zijn we vooruit
zijn we achter
Gaat het dagen
gaat het nachter
Nood aan doener
of aan wachter
Is het af, is het af
is het af
Is de stok nu
om te spelen
Of om onhard
mee te strelen
Vroeg op stok of
gaan we delen
Is het af, is het af
is het af
Lof me tender
lof me verder
Stof de zender
niet ellender
Is het on niet
veel bekender
maak het af, maak het af
is het af ?
Ben je
Nu helemaal
Hek geworden
Nee, maar
Wel oogluikend
Wijk ik ont,
Wijde boog om
Rond wat ooit
Werkelijk was
Ik mis het
Weet het nog
Ik reikte omhoog
Er was
Een omhoog
Nu klauw ik
En grijp
Om misschien
Niet meer
Omlaag
Ze staart in mijn
blauwe ogen
Ik denk dan
is het in haar
groene ogen
ook zo grauw
Of niet anders
dan anders
gewoon, licht,
wachtend op nacht
Ach, ze is mijn
soort alsjemiauw.
Weer spiegelt
wat licht
op de regen
maar ik sluit het luik
De stralen kaatsen
naar een ander luik
en een ander
en een ander
weg van hier.
Mijn ver heeft zich flink laten vagen
Ik hul mij in een cocon of tien
Maar ondanks, of juist door die lagen
Laat ik steeds meer van mezelf zien
Ik toon me in gaten en kieren
Ik spreek door het gemiste woord
Maar mij zal geen zoeklamp meer sieren
En ziet u mij toch, ga ik voort.
Ik was, zonder miserie,
Wellicht met je uitgegaan
Maar zoals die ene serie:
ik begin er niet meer aan
Wel weer mensen in mijn huis
Maar ze slapen allen nog dus
Nu is het heerlijk even stil
Kat krult zich naast me en
Er komt regen, ik voel het
Omdat dat water vallen wil
Maar nu nog niet, nu is
Het heerlijk even stil.