BLAK
In haar ogen zie ik
nooit geen tijd
altijd een ooit
vaak voorwaarts
soms spiegeling achteruit
een blik, of
was dat een blak ?
Die blik die
zijdelings
altijd
Ik,
de blundergeleidehond
van de Tijd
Zonder mij geen klokken,
niets te bewijzen
Loom snuffel ik
hier en waar
Maar nooit lang
want
we moeten voort
de vork voorbij
klepelbaar
Waar
Blijven wij
Echter ?
Wisten wij zelf
nu
al die tijd ?