Listen to Alleen met elkaar, of: waarom ik bundels van vriendjes koop byRené van Densen on hearthis.at
Hoe meer ik erover nadenk, hoe vreemder het me schijnt. Mijn huis ligt volgezaaid. Met die van hen, en die van mezelf. Overal. Overal bundels. Van dat ene opkomende talent dat niet meer onbetaald optreedt en dus nooit bij mij op een podium zal staan want geen budget. Van die geniale ene die maar niet wil doorbreken. Die ene bundel die een beetje middelmatig was maar de daaropvolgende was gewoon zo briljant dat ik hem maar als een opstapje zie. Overal liggen ze. Naast stapels van de mijne.
Het is niet zo dat als je een bundel koopt van een vriend, die ook meteen maar een bundel van jou wil. Soms komt dat voor. Bundelruil gebeurt ook. Mijn bundels zijn zacht geprijsd dus meestal valt zo’n ruil financieel in mijn voordeel uit. Zeker omdat ik het boek van de ander waarschijnlijk ook dolgraag tegen volle prijs had aangeschaft. Dus wil ik nog wel eens het verschil daarna bijtrakteren aan pinten. En overschiet ik dat meestal nog ruim ook. Ach. Geld. Zo rol ik. Brood eten is overschat. En ik begrijp iedereen die de mijne niet koopt. Hoeft natuurlijk ook niet. Dus zo’n ruil is vaak ook supersympathiek. Dat geeft nog een beetje aan: laten we elkaar beter leren kennen. Laten we elkaars werk checken en het er misschien later eens over hebben. En als we het er niet over hebben, dat is ook goed. Dan was er minstens de geste. We hebben geruild, elkaar iets van onszelf gegeven.
Overal in huis kom ik ze tegen. Mijn vriendjes. Er liggen ook wel auteurs tussen natuurlijk die ik nooit zal kennen. Die zijn bijvoorbeeld dood. Kunnen ze zelf ook weinig aan doen. Of ze zijn superberoemd. Wie weet zouden ze het wel enorm jammer vinden, ooit een keer achteraf, dat ze mij dan niet kenden. Of wie weet niet. Maar voornamelijk liggen er boeken van vrienden in huis. En kennissen. De kennissen worden soms via hun boeken vrienden. Soms gaan ook hun boeken door naar een ander. Dan paste de bundel toch net beter bij die persoon dan bij mij. Ruimte maken. Voor andere vrienden in de kast. De gesigneerde vrienden blijven sowieso.
Ik loop door huis, genietend van de stilte. Mijn kat slaapt. Ik pak een vriend van een plank en kruip met hem of haar even op de bank. Tijd voor een goed verdiepend gesprek. Alleen met elkaar. In mijn eigen tempo. Soms heb ik het te druk met mijn eigen dingen. Geen tijd. Voor mijn vrienden. Dan passeer ik wel eens een plank, geef ze een kort knikje. Ik fluister: sorry. En probeer mijn eigen werk snel af te hebben. Want vrienden, daar maak je tijd voor. Zeker als ze er zelf niet bij zijn. Maar een beetje vreemd is het natuurlijk ook wel. Als ik er over nadenk.