Kooi


Verhaal door René van DensenHet kind loopt over straat, hoewel het lopen nauw tegen huppelen aanschurkt. Het weer belooft een mooie toekomst vol vrije dagen, dus de tred is licht. Ook zijn schoenen hoeven nog niet tegen teveel tegenslag bestand te zijn. Groeit hij binnen enkele maanden weer uit, op naar een nieuwe voetmaat.

Gepiep achter hem. De tred stopt, het kind kijkt om. Een kooi op wieltjes. Het kind doet nog een stap maar blijft kijken. De kooi volgt. Bizar, besluit het kind, maar richt de blik terug vooruit. We waren onderweg naar een mooie horizon, laten we dat niet vergeten.

Elke stap: piep piep pieeep piep pieeep. Heel irritant, besluit het kind al snel, en draait weer om. De kooi staat weer stil. Het kind doet een stap in de richting van de kooi. De kooi rijdt achteruit. Dan zet het kind het op een sprinten in de oorspronkelijke richting. Zo hard hij kan. Maar direct hoort hij het al: het gepiep volgt hem op de hielen.

Dan maar oversteken. Zelfde frigging piep. Negeren. Negeren, dan gaat het vanzelf weg, is het kind geleerd. Niet aan denken zelfs. Doen alsof hij er niet is. Hij doet tenslotte niets. De kooi volgt enkel.

Onwillekeurig is het kind blij dat hij vrij is. De kooi volgt hem wel, maar hij staat er zelf buiten. Kan hem niks maken. Het is wel gek, zo’n kooi die je opdringerig volgt, maar dat is ook alles.

Aan de overkant van de straat rolt ook een kooi. Maar dan staat het kind stil. Er zit een man in de kooi. De man kijkt gelaten en getemd. Ietwat doods. Gemoedereerd rijdt zijn kooi hem over de stoeptegels. En verderop rijdt er nog een. Verdomd, nu het kind erop gaat letten: ze rijden overal !

Verbaasd draait het kind om en kijkt nog eens naar de kooi. Die staart stil terug. Het kind opent het deurtje en kruipt in de kooi. Deurtje dicht. De kooi keert om en rijdt weg. Het kind kalmeert en berust. Gaat onderuit zitten. Achter hem verdwijnt de mooie horizon uit zicht.

Share Button

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *