Opperpater

Terug

Ik zie de stad wegtrekken. De betonnen torens, als grauwe klauwen in een grijze lucht, weerspiegelen op de rails. Ik ga terug. Ik was er, en nu ben ik er niet meer. Dag, mensen die ik ooit kende, het was tof jullie weer te zien. Als een geïnformeerde tourist die zijn vakantiehuisje weer verruilt voor waar thuis is. We hebben bijgepraat en moeten zeker eens afspreken binnenkort.

De meute was zo vriendelijk om me naar het station te brengen. Ik moest beloven nooit meer over Prozacstad te schrijven. Ik beloofde dit, want beloftes onder bedreiging tellen niet. Zo kwam ik met slechts enkele kleerscheuren de stad weer uit.
Lees meer

Devotion

Vanavond ben ik bij de nieuwe locatie van Club P., wat nu wéér een andere naam heeft maar nog steeds gewoon bier zuipen en film kijken bij de Opperpater thuis is. Ik heb het adres eindelijk gevonden. Eerste keer dat dat lukte.

De Opperpater heeft een nieuwe verloofde, zegt hij. Hij laat een foto zien van een jonge dame met mooie make-up. Ze is één van zijn drie nieuwe verloofden zegt de Opperpater. Toevallig zijn het allemaal strippers in de lokale paaldansclub. Wat een toeval, zeg ik. Ik vraag of ze elkaar kennen. Dat weet de Opperpater niet.
Lees meer

Plaksnor

Nu de mensen boos zijn op iemand die elke dag internetfilmpjes plaatst en iets doms heeft gezegd, zie ik mijn kans om aan hen te ontsnappen. Het kan ze niet veel schelen, ze schreeuwen moord en brand om de internetfilmpjespersoon. Vooral degenen die nooit internetfilmpjes kijken. De Opperpater maakt zich stil uit de voeten, zegt dat hij me straks wel op het terras ziet. “Dorst, knikker.”

Ondanks alles wil ik niet het risico lopen herkend te worden. Ik vermom mezelf met een snor uit een budgetwinkel. In Prozacstad wemelt het van de budgetwinkels. Er zijn ook heel veel babyoutlets. Ik merk aan de hoeveelheden mensen met baby’s op straat dat die blijkbaar in de aanbieding zijn. Kan nooit veel kosten, zo’n kind. Ik plak de snor op mijn snor en ben vermomd.
Lees meer

Meute

Ik kijk uit het treinraam. Over een aantal minuten arriveer ik in Prozacstad. Ik woon er al enige tijd niet meer, maar reis nu toch terug. Ik ben in een andere stad gaan wonen, in een ander land. Wel ging ik gewoon door met verhaaltjes schrijven over Prozacstad. Tien jaar geleden publiceerde ik zelfs een boekje met die kortverhalen. Iedereen stond erin. Ook de Opperpater, maar die was als enige niet boos. De Opperpater is bijna nooit boos. De Opperpater vindt het prima wat ik over hem schrijf en gaat stabiel en soepel door met zijn leven.

De mensen in de coupé staren als verlamde koeien uit het raam. Het is niet onprettig dat ze hun monden open hebben. Vandaag is een toevallig warme dag en in de coupé tocht het nu flink. De geur neem je er dan maar bij. Een krakende luidspreker kondigt onze aankomst aan. Pr. Z. St. We zijn er dus. Ik pak mijn zakken en roltrap het station uit.
Lees meer

Alcoholvrij

“Is dat blik houdbaar tot 2099, knikker,” vraagt de Opperpater. Hij kijkt met een vieze blik naar het bierblik. Over zijn lijk, bedoelt hij, dat de Opperpater, godverdomme dé Opperpater, ooit een alcoholvrij bier gaat drinken. De Opperpater drinkt écht bier, knikker, en dat weet je toch verdomme onderhand wel ?

Lees meer

Vind ik niet leuk


Verhaal door René van DensenDe Opperpater zit sinds een tijdje op Facebook. Daar heeft hij inmiddels de vindikleuk-functie ontdekt. Eerst klikte hij overal op vindikleuk. Iemand heeft 11 km gerend. Vindikleuk. Een plaatje dat roept dat ‘ze’ van ‘mijn’ pensioen af moeten blijven. Vindikleuk. Weer iemand anders meldt, tranen in de ogen, dat diens vader overleden is. Vindikleuk. Je kunt met recht spreken van de korte maar consistente Vindikleuk-periode in de ontwikkeling van de Opperpater.

Maar toen bedacht hij zich dat hij niet alles leuk hoeft te vinden. Dus reageert hij nu overal onder ‘Vind ik niet leuk’. Bij alles en bij iedereen. Vind ik niet leuk, vind ik niet leuk. De mensen zijn het aardig beu inmiddels, maar dat weerhoudt dat natuurfenomeen genaamd De Opperpater niet. Niets weerhoudt De Opperpater van de doelen die hij zichzelf stelt, en als hij als missie aanneemt dat hij alles in de hele wereld moet vindiknietleuken, dan zal hij alles in de wereld vindiknietleuken.

Maar eerst moet De Opperpater langs De Supermarkt. In de supermarkt is het bier weer een beetje duurder. Vind ik niet leuk, roept De Opperpater. Het bier blijft even duur, maar het is mooi wel gezegd. De Opperpater bromt tevreden. Er is wel goedkoper bier, maar dat is niet te zuipen, knikker. Vind ik niet leuk ! Hij roept het zo hard, dat een gang verder een jonge vrouw geschrokken omkijkt. Om vervolgens de verpakking theezakjes verder uit te lezen.

Bij de kassa is het totaalbedrag iets meer dan waar De Opperpater op gerekend had. Vind ik niet leuk, brult hij naar de geïntimideerde caissière, die bang naar achteren hangt. Er vliegen spuugdruppeltjes in haar gezicht. De Opperpater geeft haar een vuile blik, knalt zijn muntgeld op haar toonbankje, grist zijn bier mee. Brommend loopt hij de deur uit, die niet snel genoeg open gaat naar zijn zin. Vind ik niet leuk !

Ook de groep donker geklede mannen die hem buiten omsingelt, vindt hij niet leuk. En dat brult hij ze volmondig toe. En dat mes, dat er één trekt, dat vindt hij ook al niet leuk ! Boos steekt hij een omlaagstekende duim uit. Daar hebben ze niet van terug, het schorriemorrie. Want De Opperpater vindt het niet leuk, zo ! Verbaasd doen ze een stap achteruit, naar zijn duim starend. De Opperpater loopt er met krachtige maar haastige stap vandoor. Hij moet op tijd thuis komen, want anders mist hij Eastenders. En dat vindt hij niet leuk !

Zes


Verhaal door René van DensenVanavond drinkt de Opperpater exact zes halve liters. Daarnaast hebben we tijd voor exact één film. En hij wil straks ook de herhaling van Eastenders nog even kijken. De Opperpater is bij mij thuis te gast maar stelt de regels. Het geeft niet, want de Opperpater is een fijn mens. Als u de Opperpater nog niet kent, bent u hier nieuw. Dus even een korte introductie.

Als je vraagt hoe het met de Opperpater gaat, is het altijd stabiel en soepel, knikker. De meeste mensen zijn knikkers, een zeldzaam gekoesterde inner circle bestaat uit Paters. De Opperpater discrimineert daarin zelden: slechts af en toe zijn aanwezige vrouwen knikkerinnen. Als iemand zegt dat het bier lekker is of de film een goeie, dan zegt de Opperpater: ‘Dank je,’ en rookt van zijn sigaret. Alle complimenten zijn immers voor de Opperpater, of hij er debet aan had of niet.

Mijn kat vecht met de andere kat die in huis woont en springt gillend over de tafel. Daarbij sneuvelt de asbak die de Opperpater gebruikte. Ook zijn halve liter valt, maar behendig vangt hij die nog net. Echter ondersteboven, en het duurt meerdere seconden voor hij ziet dat zijn blik leegloopt. De Opperpater doet daar niet moeilijk over, hij drinkt desnoods minder. Terwijl ik het glas opruim en het bier opdweil, zegt hij dat hij tenminste dit keer niet de schuldige was. Hij wacht geduldig tot er een andere asbak komt en tikt zijn lange askegel af.

Vanavond is hij in een goede bui. Dat we een film kijken die de meeste aanwezigen nog niet kennen, maar hij wel, vergeeft hij ons gul. Straks kan hij immers Eastenders kijken, dus het is allemaal in orde. Ik vertel de Opperpater een mop. Hij keurt hem goed en vraagt of ik mijn camera paraat heb. Ik zeg dat ik die boven moet pakken. De Opperpater zegt dat hij wel wacht. Hij rookt rustig verder, drinkt uit zijn halflege blik en kijkt de film die hij al kent. Ik loop naar boven, pak mijn camera en film hoe de Opperpater de mop herhaalt.

De mop gaat niet ineens goed. De laatste tijd gaan de moppen van de Opperpater wel vaker niet ineens meer goed. Er zit klad in zijn natuurtalent. Bij de tweede take is de mop wel goed, al zal de oplettende fan straks wel op YouTube merken dat hij de kloppende punchline opvallend benadrukt. Tevreden steekt de Opperpater een nieuwe peuk aan en vertelt de overige aanwezigen op joviale toon moppen die ze al kennen. Iedereen lacht. Zonder de Opperpater is er geen feestje.

Dan is hij het zelf beu, die aandacht. Hij brult: “Watch the fucking movie, knikker !” En dan grinnikt hij eventjes en zegt: “Oh.” Voorzichtig drukt hij zijn sigaret uit in de nieuwe asbak. Even deze niet breken, nu mijn kat nog de zondebok is. Die heeft zich schuldbewust boven verschanst. De Opperpater vraagt of hij toch zeven, in plaats van zes halve liters mag drinken, want die ene telde niet echt mee.

Muiterij


Verhaal door René van DensenDe Opperpater is, naast een natuurtalent en een literaire sleutelfiguur, ook wel eens jarig. Maar vanavond eigenlijk niet meer. Hij was gisteren jarig maar viert het vandaag. De Opperpater blijft het, in een vrolijke basstem, benadrukken als iemand hem feliciteert: dat was alweer een dag geleden, knikker. Als onopvallend middernacht is gepasseerd, zijn het plots al twee dagen.

Het feestje wordt voor het eerst ooit niet bij de Opperpater thuis gehouden. De benedenbuurvrouw die doorlopend geluidsoverlast meldt, belt inmiddels al de huurbaas als de Opperpater zijn toilet doortrekt. We zijn benieuwd wanneer de adem van de Opperpater boven de door haar gestelde geluidsnorm uit komt. Het geeft niet, een gemeenschappelijke vriend heeft zijn woning voor het feest beschikbaar gesteld.

Er is acht man. Ik had me voorgenomen dit hele jaar naar geen enkele verjaardag te gaan. Morgenavond ben ik ook alweer de klos. Misschien moet ik als regel stellen dat mensen me niet op verjaardagen uitnodigen als ik al gedronken heb. Nuchter kan ik mijn ‘nee’ veel makkelijker vinden. Acht man valt echter mee. Ik hoop dat ik hierna niet te moe ben.

Opperpater, zeg ik tegen de Opperpater. Ja knikker, zegt de Opperpater. Ik vertel de Opperpater dat de komende tijd Club Blini niet open zal zijn. Oh, zegt de Opperpater. Ja, zeg ik, want ik heb een expositie en daarna ben ik in Gent. Jamaar knikker, zegt de Opperpater en hij wijst naar mijn huisgenoot – je huisgenoot is gewoon thuis. Die schiet even in de lach.

Ik knipper beduusd met mijn ogen. Dus dan houden jullie Club Blini zonder mij ? vraag ik de Opperpater. Ja, haalt hij zijn schouders op, dat kan prima knikker. Ik zie ook de striptekenaar beamend lachen. Mijn huisgenoot vindt het ook prima. Muiterij ! Ik drink stilletjes mijn bier en neem mij voor om mijn kat zo snel mogelijk af te richten op het aanvallen van indringers. Dat was ik toch al lang van plan.

een Brits arbeidersdrama, daar heb ik echt zin in


Verhaal door René van DensenDe Opperpater zegt dat er weer een brief op zijn mat lag. Weer geluidsoverlast. Zijn benedenbuurvrouw heeft de oorlog verklaard en meldt overlast bij het minste kuchje of iets te luidruchtige spelletje Songpop. De boodschap is helder en bijna bereikt: de Opperpater moet weg.

Dat de Opperpater daar al enkele decennia langer woont, en zij er pas korte tijd, doet er niet toe. De Opperpater is de overlastpleger dus die moet weg. Dus zorgt zij dat hij bestookt wordt met brieven van de woningbouwvereniging, en telkens opnieuw op het matje geroepen wordt. Omdat hij één gast over de vloer had waar hij een film samen mee keek en facebookspelletjes speelde. Stilletjes vraag ik me af wie de overlastpleger is.

De striptekenaar vindt het ook schandalig. Hij was de gast in kwestie. De striptekenaar kan heel hard en aanwezig praten. De Opperpater trouwens ook. Maar die avond spraken beide heren zachtjes. De laptop stond op 20% volume tijdens de spelletjes, en Songpop speelden ze met de koptelefoon op. Een muis, slapend achter een plint, zou meer geluidsoverlast veroorzaakt hebben. Maar goed, derde en waarschijnlijk laatste waarschuwing. De Opperpater moet misschien zijn huis uit.

Hij kijkt naar mij en zegt, jij ook trouwens, knikker. Ik knik, knikker die ik ben. Gelukkig heb ik heel vers nieuws: op het nippertje kan ik op een nieuw adres terecht. Ik kan er twee dagen voor ik dit huis uit moet, heen verhuizen. En het is tweehonderd meter van dit huisje af. Het valt dus te voet te doen. Maar dat alles wou ik niet vertellen, want de Opperpater begon direct bij binnenkomst over zijn slechte nieuws. Het voelde ongepast om daar mijn goede nieuws tegenover te zetten.

De tekenaar roept dat we een film moeten gaan kijken. Hij kan volgende week, de laatste gelegenheid voor onze wekelijkse ‘Club Blini’ in dit huis, niet aanwezig zijn. Dus dit is de allerlaatste keer dat hij op bezoek kan komen hier. Ik zeg dat hij dan de film mag uitkiezen. De tekenaar vraagt: Heb je een Brits arbeidersdrama, daar heb ik echt zin in. Ik kijk verbaasd over mijn schouder naar het tweetal. De Opperpater steekt een nieuwe sigaret aan.

Allebei dood


Verhaal door René van Densen“Ja, Van Densen en de striptekenaar zijn hier,” zegt de Opperpater tegen zijn moeder. Zijn moeder belt op steeds onvoorspelbaardere tijdstippen op de avond, maar wel elke. Ze bespreken dan Eastenders. Allebei kijken ze het, en dan bespreken ze het. Al 25 jaar. Bij hoge uitzondering neemt de Opperpater het op, maar dan moet hij het van tevoren weten, en zijn moeder ook.

“We kijken Armageddon, want de striptekenaar heeft die nog niet gezien.” De Opperpater vertelt altijd ronduit over zijn gasten. Zijn moeder weet meer over ons dan wij over hem. De vrienden van de Opperpater maken zich ietwat zorgen hoe het verder moet als de moeder van de Opperpater ooit dood zou gaan. Ze brengt orde in zijn leven. Hoeveel we allemaal ook van onze moeders houden, niemand heeft een moeder zoals de Opperpater een moeder heeft.

Nadat hij ophangt, kijken we een film waarin twee acteurs spelen die allebei stierven voordat de film uitkwam. De striptekenaar vertrekt. Ik benadruk hoe bizar dat is, dat we naar twee bijna tegelijkertijd overleden acteurs kijken. Ze hebben hun eigen laatste film nooit kunnen zien. Ik zeg, stel nu dat je mij voor het laatst ziet. De Opperpater zegt, ja of andersom. We zijn even stil. Gelukkig is het een grappige film. Toch lachen we niet. We roken en drinken. Waarschijnlijk zien we elkaar vrijdag weer.

Oorspronkelijk geschreven op 22 maart 2014