De wc is inderdaad de trap op. Dan links, een deur door, dan de tweede links, nog eens links, rechts een deur door, nog eens rechts. Op de terugweg weet ik wel de weg inmiddels, alsof ik er al jaren gereisd heb.
Ik ben kortademig de laatste maanden. Dus ik hijg nogal na die reis. Ik hoop dat de vrouw aan de tafel naast me niet denkt dat ik een hijger ben. Bits merkt ze op dat ze al een lief heeft.
Er komt net genoeg volk toe om te hopen nog iets te verkopen. Maar er zijn meer dichters dan bezoekers. De bezoekers moeten dus kopen kopen kopen. De dichters durven nu niet meer naar de wc te gaan. Dat snap ik, zo’n reis. Ik puf er nog steeds van na.

