Altijd nieuwe stumpers
Ik zwaai naar hem, hij zwaait terug. Nog zo’n stumper, denk ik. Net als ik. Ze was even met hem, even met mij. Ze verzamelde ons. Ons stumpers. En nu is ze daarbuiten nog ergens. Stumpers aan het verzamelen. Nieuwe stumpers. Want er zijn altijd nieuwe stumpers, denk ik. Altijd nieuwe stumpers. Er zijn altijd nieuwe stumpers.
Ze belde een aantal maanden geleden nog. Ineens. Ik kwam van de tandarts en zag dat ik een telefoontje had gemist. Aangezien ik druk werkzoekende was, belde ik maar terug. Je weet nooit of het een sollicitatie of interimbureau was. Goed, het was na zessen, dus de kans was klein. Maar soms doen ze dat. En zo hoorde ik haar stem, ze klonk verwarrend en schel onverstaanbaar als altijd en het drong niet direct door dat zij het was.
Lees meer