De jury van de A.L.Snijdersprijs 2014 heeft geen van mijn beide ingezonden verhalen geselecteerd voor de longlist (de eerste selectie). Ik kan wellicht nog per ongeluk de publieksprijs winnen, met mijn twee verhaaltjes temidden van pakweg 1200 andere. Ach, wie maak ik wat wijs: andere auteurs geven hun fans de nummers van hun verhalen door zodat ze kunnen stemmen (de inzendingen staan anoniem in één lijst onder elkaar). Ik niet. Ik hou wel van het eerlijke element dat het anoniem is. Ik ga u dan ook niet vertellen welk van de verhalen die je hier kunt lezen, van mij zijn. Kortom: ik maak helemaal geen kans. Maar ja, dat is niet nieuw. Of nee, natuurlijk bedoel ik: ik ben ontroostbaar verdrietig en het enige dat u kunt doen om de pijn te verzachten is massaal boekjes van mij aanschaffen. Snik. Snik. Neussnuit.
Dit lot is minimaal één schrijversvriend van mij ook beschoren geraakt. Een ander niet: mijn vriend Joubert Pignon staat tussen de 57 verhalen die kans maken op een positie in de shortlist. Dat gun ik hem van harte. Omdat hij toch al zo uit zijn mond stinkt. En één korter been heeft. En een bochel. En een ooglap. En altijd poep in de broek. Altijd. Poep in zijn broek.
Eigenlijk wel fijn. Er staat al veel te veel informatie op deze site: dan zou ik er ook nog een pagina voor ‘Prijzen’ bij moeten maken. Ik hoop dat ik Turing ook ruimschoots verlies. Dan is het weer klaar met die gekkigheid en kan ik gewoon door met verhaaltjes en versjes schrijven.