In het laatje
Jij kalf, hoe durf je
aandacht te verkwisten
aan gratis zon en groen
en bonte bloemenmassa
Enkel de wind mag
gratis dansen, de munt moet
rollen, protuberansen
In de naam
van de rustige
de actieve
en de eruptieve:
kassa.
Jij kalf, hoe durf je
aandacht te verkwisten
aan gratis zon en groen
en bonte bloemenmassa
Enkel de wind mag
gratis dansen, de munt moet
rollen, protuberansen
In de naam
van de rustige
de actieve
en de eruptieve:
kassa.
Ik ben weer eens mijn CV aan het rondsturen. Een oplijsting van plekken waar mensen me aan het werk hebben gehouden en op basis waarvan men zou kunnen verwachten dat ik dingen kan. Niet dat dat zo is. Al sinds mijn vroege schooljaren kan ik niks, weet ik niks en wil ik niks. Maar voor het soort werk waar men mij voor betaalt, hoef je niks te kunnen, en je hebt ook niet veel te willen. Daarom hang ik een naamplaatje onder mijn deurbel: René van Densen, Ondeskundigoloog. Zodat niemand die aan mijn deur belt, de verkeerde verwachtingen kan koesteren. Wat zegt u ? Kan ik niet, geen verstand van.
Lees meer
de truc is dat we hier al zijn.
uitzicht is slechts schone schijn:
wie weet dat we het ooit leren
Maar het is een vlak reflex
glanzen het eind van je pijn
De wanden lokken jouw onvrij
en tot aas zul je wederkeren
Rond de hete as draai jij
Demokraak mij, breek
maar een deur of raam
Eenmaal achter kasteelmuren
treft je toch geen blaam
Mocht je achteraf toch
voorlangs binnen gaan
Trek je dan vooral niets
van de voetmat aan.
Ziedaar: Tomorrow Island,
woonplaats van Pallas
Links, Yesterday Island,
domein van Paljas
Zwaai die zeisheid
dus niet zo naar mij
Wat kan de wijsheid
dan zonder wij
Als je de ruis uitsluit
valt alles reuze mee
Ik nodig wel het onheil uit
dan zijn we toch met twee.
Ja, ze heffen
niet verheven
maar wat graag wat
op jouw leven
Ze belasten
en ze wassen
in jouw zweetnat,
enthousiast en
Als het kon
zouden ze terstond
jouw eerste woorden
al taxeren
Dus misprijs hen,
want de meneren
zullen het aanschijn
nooit ontgeren.
Ze logen, ellebogen,
Mogen hoge zege pogen
Weliswaar weloverwogen
Vlogen woorden zonder waar
Drogen zich te goeder trouw
Schoppen Azen in de mouw
Boden pikzwart aan als blauw
Vuig verhogen zonneklaar
Zelfs de eksters zijn hier vet
Kraaien mee naar minder met
Zien geen graten in die pret
Prutst de rug
niet vlug
terug
te laat
vergaat dan maar
Mensen gaan niet weg
Ze gaan gewoon naar elders
De rots stort: op hier, stopt
Weet zijn eigen schoenen te vullen
Mensen gaan wel rond
Op pad naar hun kompas
Niet elke koers valt te winnen
Weg jezelf maar om zijn bolster
Mensen staan nooit op
Maar verplaatsen, ze gaan ver
Zijn hart beheerst hard,
En hij staat op punt. Punt. Punt.
Draait er niet om heen.
Staat stil te ver gaan.
Rotst zich kapot.
Mensen ga toch weg.
Je hebt wel wat
te verstoppen
uit het zicht van
wie toeziet
Wiens toezicht
jou plots doet stoppen
met het zingen van
je lied
Maak jezelf wijs
dat je koestert
wat het daglicht
net niet ziet
En zing dan maar
in het duister
waar de mot wel
meegeniet
Wil je het turen
vanuit mijn toren
niet zo verstoren
met jullie huren
Of zijn mijn muren
niet massief genoeg
voor jouw ongevoeg
en rank verzuren
Knal mijn kanonnen
op dat gemekker
en laat mij lekker
wat horizonnen