Listen to Schaamplek byRené van Densen on hearthis.at
Buiten gebeurt vast vanalles, te horen aan bedrijvige autowielen en af- en aanwaaiende basdreunen in de verschillende vertes. Ik zit binnen prima. Dit is een goede schaamplek. Even in mijn eigen hoekje wegkruipen, omdat ik weer van alles een puinhoop gemaakt heb. De schade beperken is binnenblijven. Dan kan er niet veel misgaan. En gaat er iets mis, is enkel de kat er ooggetuige van. Zij ligt voor op mij: het aantal onhandige net-niet sprongen dat ik haar heb zien maken – en waarna ze, kat eigen, zichzelf zo nonchalant mogelijk likt alvorens een geslaagde tweede sprong te wagen – is groter dan de missers waar zij toeschouwer van was. Bovendien snapt ze van de helft van mijn fouten niet dat het fouten zijn. En zelfs bij bijvoorbeeld een struikel over mijn eigen voeten, gaat ze niet staan lachen. Nee, dan slaat ze eerst een stuk op de vlucht, om van een veilige afstand geschrokken te kijken wat er in vredesnaam gebeurde. Ze is mijn ideale gezelschap.
Die verloren dag, dat vond ze ook prima. Papa was thuis en zijn schoot was warm. Bijna de hele dag lag ze tegen me aan. Ondertussen lag haar Papa te balen, achteraf om niks. Hij was zo zeker dat zijn fiets gestolen was. Uiteraard stond die gewoon nog op slot op een terras. Je hebt mensen die met stijl en klasse door hun leven kunnen navigeren. En je hebt idioten die dronken hun fiets op het terras achterlaten. Een fiets die ze enkel moesten nemen omdat ze niet bijtijds thuis vertrokken en zich vervolgens moesten haasten. En die een engeltje op hun schouder hebben, dat het ding er zesendertig uur later nog blijkt te staan. Dat dan weer wel. Zonder één krasje. Althans, geen nieuw krasje. Inmiddels alweer in de achtertuin geparkeerd. De achtertuin van mijn schaamplek. Met een onbekommerde poes.
Maar is het een schaamplek of een schuilplek ? Is het een plek om te bezinnen hoe lomp je met je leven bezig bent, of een plek om vooral niet aan het leven te hoeven deelnemen ? Wat is het toch met die muren ? Poes boeit het niet. Poes heeft eten, drinken, vlindertjes om op te jagen. Een warme schoot. Voor haar is het schaam- noch schuilplek. Slaapplek. Etensbak. Ze heeft niet zo’n last van zichzelf vergelijken met haar soortgenoten. Ze ligt zich niet te schamen om hoe ze bezig is, of hoe alles anders en beter zou kunnen. Hoe ze minder lomp zou kunnen zijn. Het maakt haar niet uit. Traag likt ze haar achterpoot. Met tevreden toegeknepen ogen zucht ze even.